Ook goed om weten zijn een aantal veel gebruikte begrippen en kenmerken die men bij staalconstructies gebruikt.
Meest gebruikelijke handelslengten in staal
De meest gebruikelijke handelslengten in profielstaal zijn 6,1 en 12,1 meter. Staalleveranciers verhandelen hun staalproducten onderling meestal op maat gezaagd. Opmerkelijk is daarbij dat zij meestal niet de echte massa van staal gebruiken, zijnde 7850 kg/m3 maar 8000 kg/m3
Kwaliteiten van het staal
De kwaliteiten zijn aan het staal gegeven opdat iedereen de kenmerken van het product zou kennen. Kwaliteiten die bijvoorbeeld vaak voorkomen bij balkstaal zijn S235J2 en S355J2. Zo staat de eerste letter voor het type staal. In de twee vermelde voorbeelden betekent S constructiestaal. Het getal achter de S betekent de minimaal geëiste vloeigrens voor dat staal. Zo betekent 235 de spanning in het staal, in N/mm2 wanneer het materiaal staal begint te vloeien bij vervorming. Voegt men nog letters en getallen toe, dan betekent dit dat het staal nog aan specifieke eisen moet voldoen. J2 betekent bijvoorbeeld een minimale kerslagwaarde (J) van 27 Joule bij een beproevings-temperatuur van -20°C.
EN-normen in de staal branche
De EN-normen zijn opgesteld om de kwaliteiten van de producten te kunnen aanduiden. Deze normen zijn opgesteld in Europees verband om verschil in kwaliteiten te voorkomen.
Charge en walsing
Deze begrippen zul je vaak horen bij leveranciers, zo is een charge hetzelfde als een gieting. Al het staal wat tegelijk met elkaar in een 'smeltoven' is gesmolten heeft dezelfde hoeveelheden van bepaalde stoffen, daarom geven producenten een gieting een chargenummer. Met dit nummer is het voor iedereen duidelijk welke specificaties de gieting en ook het uiteindelijk product heeft. Uit een charge kunnen meerdere plakken staal worden gehaald. Van deze plakken worden de producten gewalst, elk product heeft een eigen walsing. Maar zo kunnen twee verschillende producten wel weer uit dezelfde charge bestaan (meerdere walsingen uit een charge).
Gebeitst en geolied staal
Een beitslaag is een definitieve beschermingslaag van het staal. Een chemische methode die zorgt voor het verwijderen van roest, andere vervuilingen en de walshuid (een laag die op het staal achterblijft na het walsen). Nadat door de beitslaag al het vuil en roest van het staal is verwijderd, gaat er een olielaag overheen als definitieve beschermingslaag. Pas dan is het staal helemaal klaar voor gebruik.
Gegalvaniseerd staal/elektrolytisch verzinkt staal
Ook dit is een bewerkingsproces om het staal een definitieve beschermingslaag te geven of in dit geval om het staal mooi te laten glanzen. Bij dit behandelingsproces wordt het staal in een bak met vloeibaar zink (of nikkel, chroom, tin en koper, maar zink is het meest gebruikte verzinkingmateriaal) gedompeld. De dikte van de galvalaag, hangt af van de tijd dat het staal in de dompelbak ligt. Om het staal te bedekken met de galva wordt er gebruik gemaakt van elektriciteit, vandaar dat galvaniseren ook wel 'elektrolytisch verzinken' wordt genoemd.
Stralen en meniën
Dit zijn beschermende bewerkingen die men toepast op het staal. Zo wordt het staal beschermd tegen bijvoorbeeld roest en weersinvloeden. Het staal wordt eerst met een inert materiaal van verschillende korrelgrootte bestraald. Zo wordt er vuil, roest en de walslaag verwijderd. Nadat het staal helemaal gereinigd is kan de beschermingslaag worden aangebracht. Meestal gebruikt men dan (lood)menie, een oranjerode kleurstof die gebruikt wordt in roestwerende verf. De kleur van deze grondverf is meestal rood, deze kleur wordt gebruikt omdat rood de makkelijkste kleur is om daarna met een andere verflaag over te spuiten.
Thermisch verzinkt staal
Dit is ook een bewerkingsproces om een beschermingslaag tegen roest aan te brengen op het staal. Voordat het staal wordt ondergedompeld in het zinkbad is het nodig om het staal te ontvetten zodat het zink later goed kan binden. De temperatuur van het zink in het zinkbad is ongeveer 450°C, vandaar dat er wordt gesproken van thermisch verzinken. Bij deze wordt geen elektriciteit gebruikt in tegenstelling tot de behandeling van elektrolytisch verzinkt staal.
Warmgewalst en koudgewalst staal
Er is wel degelijk een verschil tussen koud en warm walsen van het staal. Zo is warmgewalst staal na de walsing makkelijker te vervormen dan koudgewalst staal, terwijl het koudgewalste staal sterker is dan warmgewalst staal. Het staal wordt sowieso warmgewalst bij een temperatuur van 900°C. Om koudgewalst staal te produceren wordt de warmgewalste plak staal opnieuw gewalst maar ditmaal bij kamertemperatuur. Doordat het staal nogmaals wordt gewalst (op een lage temperatuur) wordt de plak dunner, de toplaag gladder en het staal sterker. Men denkt dan al vlug, dat het beter is om koudvervormd staal te kiezen. Maar dit is niet altijd nodig. Zo is koudvervormd staal duurder en als de grootte van de stalen constructie-elementen worden bepaald worden een vervormingsberekening dan maakt het niet uit of men warmgewalst of koudvervormd staal heeft. De vervorming blijft even groot.